Hart- en vaatafwijkingen bij kinderen zijn meestal aangeboren. De incidentie van aangeboren hartafwijkingen bedraagt 0,8% van de levend geborenen. Een huisarts zal slechts incidenteel te maken krijgen met een kind met een aangeboren hartafwijking, maar het legt een grote druk op het gezin. De huisarts zal met name in de diagnostische fase en behandelfase een belangrijke rol spelen in de begeleiding van het gezin. Er is een grote variatie in afwijkingen, zowel wat type en ernst van de afwijking betreft, als in klinische presentatie. Bij ruim 50% van de kinderen wordt de diagnose in de eerste levensmaand gesteld. Tabel 5.1 geeft een overzicht van de frequentste voorkomende afwijkingen.