Groepsontwikkeling valt af te lezen aan de hoeveelheid en (vooral) de inhoud van interactie. In het begin gaat de groepsontwikkeling het snelst. Al in de eerste paar minuten, en zeker in de eerste uren, vindt er veel structurering en organisatie plaats. De vroege ontwikkeling is vooral gericht op het vestigen van een sociale structuur, dat wil zeggen, een geheel van relaties, normen en machtsverdelingen. Deze structuur biedt een voorlopige oplossing voor de onzekerheden van het begin. In dit hoofdstuk wordt de ontwikkeling in twee verschillende soorten groepen beschreven: de ontwikkelingsfasen in een taakgerichte groep en die in een sensitiviteitstrainingsgroep. Daarna worden deze twee met elkaar vergeleken. In de taakgroep worden vijf fasen onderscheiden: beeldvorming, oordeelsvorming, besluitvorming, uitvoering en evaluatie. In de trainingsgroep gaat het om twee hoofdfasen: gezagsfase en persoonlijke fase. Elke hoofdfase wordt onderverdeeld in drie subfasen. Het model van de taakgroep benadrukt het inhouds- en procedureniveau. Het model van de trainingsgroep benadrukt het interactie- en bestaansniveau. Dat is een belangrijk verschil, maar functioneel gezien zijn de twee typen groepen gelijk aan elkaar; beide zijn gericht op het bereiken van het groepsdoel.