De mannelijke geslachtsorganen hebben als taak zaadcellen (spermatozoa) te produceren (in de testikels), en deze spermatozoa via geslachtsgemeenschap (coïtus) in te brengen bij de vrouw, waarna ze contact kunnen maken met de vrouwelijke eicel (ovum) en deze kunnen bevruchten. De vrouwelijke geslachtsorganen produceren eicellen die, indien bevrucht, in de baarmoeder kunnen uit te groeien tot een mens. Na de geboorte kan de moeder haar baby via de borsten (mammae) voeden met moedermelk. We onderscheiden primaire en secundaire geslachtskenmerken en bespreken bouw en functie van de mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen.