Mijn vader van 77 jaar woont alleen en heeft kanker. Hij heeft net zijn derde chemokuur achter de rug. Volgende week start hij met zijn vierde en laatste kuur, daarna volgt een operatie. De vooruitzichten zijn goed en vanochtend kwam er ‘iemand van de thuiszorg’ langs om te praten over de periode daarna, als hij uit het ziekenhuis zou zijn ontslagen. Mijn vader vond het prettig als ik bij dat gesprek aanwezig zou zijn. Ik merkte dat hij prima onder woorden kon brengen waar hij behoefte aan had. Na zijn operatie wilde hij graag een paar weken gebruik maken van tijdelijke opvang in een van de verzorgingshuizen bij hem in het dorp. Hij had in het plaatselijke krantje gelezen dat er logeermogelijkheden bestonden. En na die tijdelijke opvang zou een ochtend in de week iemand voor de huishoudelijke hulp erg welkom zijn. De mevrouw van de thuiszorg vroeg natuurlijk ook hoe het met hem ging en dat vond hij prettig. Helaas kon zij niets zeggen over die tijdelijke opvang. Daarvoor moesten we contact opnemen met de opnameconsulent van de verzorgingshuizen. ‘Oh, daar gaat u dus niet over,’ merkte mijn vader terecht op. ‘En hoe zit het met de huishoudelijke hulp?’ ‘Daarvoor moet u bij de gemeente zijn, bij Loket Wegwijs, dat is een loket voor alle zorg,’ zei de vriendelijke vertegenwoordigster van de thuiszorg.