Mevrouw Branning is 34 jaar. Ze wordt ambulant begeleid door een medewerker van de GGZ-instelling vanwege een toenemende depressie, die gepaard gaat met ernstige achterdocht en dwanghandelingen. Daarnaast heeft ze problemen met de opvoeding van haar vijfjarige dochtertje Richelle. Richelle dreigt achter te raken in haar ontwikkeling. Er komt een medewerker intensieve psychiatrische thuiszorg (IPT) om opname te voorkomen en mevrouw Branning te helpen om meer structuur te bieden voor Richelle. Als haar man thuis is, neemt die een groot deel van de opvoeding op zich. Richelle luistert slecht, vinden de beide ouders. Het is niet duidelijk of dat een gedragsprobleem is of dat ze slecht hoort. Ze krijgt een audiologisch onderzoek. Haar gehoor blijkt in orde te zijn.