De laatste maanden is de term ‘frontsoldaat’ populair geworden in de politiek. Hiermee worden niet de soldaten in Uruzgan bedoeld, maar de beroepskrachten in de verpleging en verzorging, het onderwijs en bij de politie. In de welzijnssector kennen we al langer de frontliniewerkers. Dat klinkt wat minder agressief, maar drukt hetzelfde uit. Maatschappelijk werkers horen ook tot deze beroepskrachten die de samenleving draaiend houden. Iedereen is het erover eens, dat deze frontsoldaten meer respect verdienen en ook meer salaris. Dit laatste helaas in bescheiden mate, ‘omdat anders de rijksbegroting uit de rails loopt’.