Ik ontmoette hem voor het eerst in november 2009 in het Alzheimer Café in Amstelveen, waar ik die avond representatief werk deed voor de afdeling dagbehandeling neuropsychiatrie van GGZInGeest. ‘Mijn dokter heeft gezegd dat ik hier maar eens moest gaan kijken,’ zo vertrouwde Frits me toe in onvervalst plat Amsterdams. ‘Je moet namelijk weten: ik ben dement. Dat heeft de neuroloog drie weken geleden aan me verteld. Het is zwaar klote.’ Naast hem zat Lydia, zijn echtgenote. Aan haar gelaatsuitdrukking was te zien dat ze de situatie net zo waardeerde als haar man. Alleen bleek de neuroloog de diagnose dementie niet drie weken, maar al anderhalf jaar geleden te hebben gesteld. Frits vond het een detail. ‘Jij weet ook altijd alles beter,’ bromde hij. ‘Het is klote,’ herhaalde hij nog maar eens. ‘Vooral ook omdat ik niet meer mag ‘‘leggen’’.’