Heden ten dage woedt opnieuw een oude discussie over de vraag of psychotherapie een eigenstandig beroep is dan wel deel uitmaakt van een ander beroep, dat van psychiater of klinisch psycholoog (Koerselman & De Nobel,
1999; Van Kalmthout, 1999a, 1999b). In die discussie domineren beleidsmatige, financiële en empirische argumenten (bijvoorbeeld: Hutschemaekers & Neijmeijer,
1998), met op de achtergrond de machtsstrijd tussen beroepsgroepen. Inhoudelijke overwegingen spelen zelden een rol. Dat is vreemd, want als de psychotherapie al een eigenstandig beroep is, kan dat alleen gefundeerd worden op het eigene van de psychotherapie, tegenover het eigene van de psychiatrie, de psychologie, de theologie, de filosofie of nog andere.