Klachten van een te harde ontlasting (constipatie) en te zachte of waterige ontlasting (diarree) komen in de klinische praktijk geregeld voor. Patiënten kunnen hier veel hinder van ondervinden en ze vormen vaak een reden om naar huisarts of specialist te gaan voor onderzoek naar de oorzaak ervan. Dit hoofdstuk beschrijft de diagnostische testen die kunnen worden gebruikt bij de diagnostiek van ontlasting- en verteringsproblemen en richten zich op analyse van consistentie en samenstelling van ontlasting, diagnostiek van malabsorptie en intestinale absorptiecapaciteit van energie en macronutriënten als ook overzichten van overige faecale diagnostische testen en veelgebruikte tractus digestivus functietesten.