Het domein van de jeugdzorg beslaat alle vormen van ondersteuning van en hulp aan jeugdigen en hun ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen van geestelijke, sociale of pedagogische aard die de ontwikkeling naar volwassenheid belemmeren. Het gaat daarbij om zowel vrijwillige hulpverlening als gedwongen interventies om hulp in het belang van de jeugdige mogelijk te maken.
1) De jeugdzorg bestaat tot 1 januari 2015 uit een drietal gebieden (zie figuur
1)
2,
3): a) de lokale eerstelijns en preventieve jeugdzorg, b) de Bureaus Jeugdzorg (
BJ) en c) de geïndiceerde Jeugdzorgvoorzieningen. Het eerste gebied betreft (a) het gemeentelijk jeugdbeleid (gemeentelijke voorzieningen, zoals zorg in onderwijs (scholen, zorgadviesteams en schoolmaatschappelijk werk), de jeugdgezondheidszorg (
JGZ) en het (jeugd) algemeen maatschappelijk werk), (b) bovengemeentelijke voorzieningen (Bureau Halt,
MEE, en de kinderziekenhuizen) en (c) de Centra voor Jeugd en Gezin. Het tweede gebied betreft de indicatiestelling (Bureau Jeugdzorg (
BJ), Centrum indicatiestelling zorg (
CIZ), huisarts) met de Raad voor de Kinderbescherming. Het derde gebied betreft het geïndiceerde zorgaanbod jeugdzorg. Dit betreft de provinciale jeugdzorg (
PJZ), de justitiële jeugdzorg (
JJZ), de geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen (
GGZ-J) en de zorg voor jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking. …