Kinderen van niet-Westerse afkomst hebben een verhoogd risico op overgewicht en obesitas. Dit onderzoek bekijkt in hoeverre deze verschillen al aanwezig zijn op de leeftijd van 2 jaar en welke prenatale factoren, geboorte-uitkomsten en/of postnatale factoren mogelijk een verklaring bieden voor deze etnische verschillen.
Gegevens zijn afkomstig van de Amsterdam Born Children and their Development (ABCD) cohortstudie. Dit betreft 3120 2-jarige kinderen, verdeelt over 8 etnische groepen (Nederlands, Surinaams-Hindostaans, Surinaams-Creools, Antilliaans, Turks, Marokkaans, Ghanees en een overige niet-Nederlandse groep). Ze werden onderverdeeld in 2 groepen: met en zonder overgewicht (inclusief obesitas). De verklarende rol van bovengenoemde factoren werd onderzocht.
Daaruit bleek dat het percentage overgewicht 2-3 keer hoger was bij de Turkse (19,3%), Marokkaanse (16,9%) en Ghanese (17,5%) kinderen dan bij kinderen van autochtone afkomst (7,2%). De body mass index (BMI) van de moeder voor de zwangerschap (prenataal) verklaarde 13% van de etnische verschillen in overgewicht. De belangrijkste factor was echter de gewichtstoename in de eerste 6 maanden (postnataal); deze factor verklaarde bijna 50% van deze verschillen.
Een hoge prenatale BMI van de moeder, maar vooral de postnatale groei van het kind in de eerste 6 maanden, zijn aangrijpingspunten voor preventie van overgewicht op jonge leeftijd bij kinderen van Turkse, Marokkaans en Ghanese afkomst. Er is meer onderzoek nodig naar de onderliggende factoren van deze vroege gewichtstoename om overgewicht op jonge leeftijd bij deze kinderen te voorkomen en daardoor de etnische verschillen te verkleinen.