In de inleiding van deel 1 (TP maart 2005) is benadrukt dat naast klinisch onderzoek röntgenonderzoek onontbeerlijk is om de juiste diagnose te kunnen stellen. Bij het klinische onderzoek moeten de parodontale, de restauratieve en de endodontische status beoordeeld worden. Zijn er pockets te sonderen? Is er bloeding bij sonderen? Is er pusafvloed? Hoe is de mobiliteit? Is het element uitgebreid gerestaureerd of gekroond? Is er cariës te sonderen? Sluiten alle randen goed aan? Is het element vitaal? Heeft er een endodontische behandeling plaatsgevonden? Is er fistelvorming? Op veel van deze vragen kunnen we al tijdens het klinische onderzoek het antwoord vinden.