Het ecg wordt gebruikt bij de diagnostiek van hartritmestoornissen, ischemie, atriumvergroting, lvh en cardiomyopathie. Bij hartritmestoornissen is het ecg zelfs de gouden standaard bij het vaststellen van de diagnose. Vooral bij ritme- en geleidingsstoornissen is het ecg in handen van een geïnteresseerde en vaardige huisarts een waardevolle aanvulling op de anamnese en het lichamelijk onderzoek. Bij paroxismaal optredende ritmestoornissen kan de huisarts gebruikmaken van een Holter of een on-event-recorder. Dit kan een kwaliteitsverbetering geven bij het al dan niet verwijzen van deze patiënten naar de cardioloog.