Meneer Özgul is gezond tot hij op 42-jarige leeftijd retrosternale pijnklachten krijgt. Onderzoek bij de huisarts levert geen aanwijzingen op voor cardiale problemen. Omdat de huisarts maagklachten vermoedt, wordt meneer Özgul op proef behandeld met antacida. De klachten reageren daar goed op, maar komen terug na het stoppen van de behandeling. Een scopie en kweek tonen vervolgens een ulcus duodeni bij een Helicobacterinfectie aan, dat wordt behandeld met triple-therapie. Meneer Özgul gaat kort daarna op vakantie naar Turkije. Omdat zijn klachten aanhouden, besluit hij daar een cardioloog te consulteren. Er wordt een coronair angiogram gemaakt en er worden enkele vernauwingen gezien. Wanneer meneer Özgul terugkomt in Nederland, gaat hij voor vervolgonderzoek naar de cardioloog. Deze vindt aanwijzingen voor cardiale ischemie. Hij wordt ingesteld op metoprolol, simvastatine en Ascal. Meneer Özgul is van Turkse afkomst en is bijna twintig jaar geleden naar Nederland gekomen. Meneer Özgul drinkt geen alcohol, maar is wel een stevige roker.