Een operatie is voor veel mensen een ‘major life event’ en vereist naast een medisch ook een functioneel herstel. Voor dat laatste is er zowel in de literatuur1) als in beleid de laatste tijd steeds meer aandacht. Ook bij een succesvolle medisch operatieve ingreep zien we bij patiënten een forse afname van de fysieke fitheid die soms langdurig blijft bestaan en de zelfredzaamheid van oudere patiënten blijvend kan aantasten. Deze postoperatieve complicatie is in veel gevallen ‘vermijdbaar’.2) Dat laatste vraagt van betrokken zorgverleners kennis en inzicht in de functionele gevolgen van een operatie, de klinische manifestatie van functionele achteruitgang en van maatregelen om functieverlies zo veel mogelijk te voorkomen.