Beleid om de leefstijl van burgers gezonder te maken ontketent een stevig ethisch debat.
Eerst analyseren we de discussie over de vraag of het beïnvloeden van de leefstijl van burgers met het doel hen gezonder te maken (‘leefstijlbeïnvloeding’) een voorbeeld is van onwenselijke betutteling, of dat het nalaten daarvan juist verwaarlozing is. De eerste mogelijke rechtvaardiging voor leefstijlbeïnvloeding luidt: ‘Als het te beïnvloeden gedrag derden schaadt, dan is beïnvloeding ervan acceptabel.’ De tweede mogelijke rechtvaardiging luidt: ‘Het stimuleren van gezond gedrag kan acceptabel zijn, omdat het tegenwicht biedt aan allerlei prikkels die ongezond gedrag bevorderen.’ Het gewicht dat wordt toegekend aan voorgaande argumenten om leefstijlbeïnvloeding te rechtvaardigen, hangt samen met de mate waarin de autonomie of vrijheid onder druk komt te staan.
Vervolgens beschrijven we de discussie over het differentiëren in premies: ‘Is het wenselijk dat mensen met een ongezonde leefstijl meer premie moeten afdragen voor de basiszorgverzekering?’ We belichten drie argumenten om premiedifferentiatie in te voeren. Het eerste motief is preventie: een hogere premie bij ongezond gedrag en een lagere premie bij gezond gedrag zou mensen prikkelen tot gezond gedrag. Het tweede motief dat voorstanders van premiedifferentiatie naar voren brengen is, dat dit voor een rechtvaardiger verdeling van kosten zorgt. Het derde motief voor premiedifferentiatie in de zorgverzekeringspremies is het idee dat dit de solidariteit zou bevorderen. We belichten de veronderstellingen bij deze argumenten vanuit een kritisch perspectief.
Ten slotte bespreken we de relevantie van deze debatten voor de huisartsenpraktijk. Mensen hebben recht op goede informatie over de voorwaarden voor een goede gezondheid. Bovendien is een huisarts op basis van haar of zijn rol bij uitstek geschikt om mensen te helpen motiveren om gezonder te leven. Om dit echter op een effectieve manier te doen, is het belangrijk zich bewust te zijn van de maatschappelijke context en van de toon die het debat soms aanneemt.