Een vrouw van middelbare leeftijd werd binnengebracht op de spoedeisende hulp na een hoogenergetisch trauma (aanrijding). Zij had een graad-3- shock (RR 60/30 mmHg, pols 125/minuut). Bij lichamelijk onderzoek viel een progressieve zwelling op ter plaatse van de rechterschouder. Er was sprake van een complexe, Gustilo graad-3-gecompliceerde onderarmfractuur zonder pulsaties met plexus brachialisletsel. Op de thoraxfoto had de scapula een afwijkende positie (
fig. 1). Patiënte was in shock door een ruptuur van de arteria subclavia. Hierin werd eerst angiografisch een ballon geplaatst ter hemostase (
fig. 2), waarna de arterie werd hersteld met een vena saphena magna interponaat. De fracturen werden met een fixateur externe gestabiliseerd, de wonden gedebrideerd. Re-innervatie van de musculus biceps brachialis werd gepland. Helaas moest de arm enkele dagen na opname wegens sepsis bij wondinfectie alsnog worden geamputeerd. Achteraf bleek bij onze patiënte de Mangled Extremity Severity Score (MESS) 11 te zijn. De MESS is een veelgebruikte score bij het bepalen van de noodzaak tot amputatie, met een grenswaarde voor amputatie rond een MESS van 7.
1,
2 Mogelijk was het beter geweest direct tot amputatie te besluiten. Amputatie in tweede instantie leidt namelijk tot een langere opnameduur, meer complicaties, en een slechter functioneel resultaat.
3 …