Nadia was acht jaar en het zonnetje in huis. Je hoorde haar spontane lach vaak boven de decibellen van de groep uit. Ze verveelde zich nooit en was bijna altijd in gezelschap van haar twee beste vriendjes. Ze werd opgehaald aan het eind van de middag door haar oudste − 20-jarige − broer die ooit zelf als baby gestart was bij onze dagopvang en alle groepen had doorlopen, net zoals haar andere twee broers. Inmiddels had deze ‘senior’ zich getransformeerd van ondeugend boefje tot verantwoordelijke broer die met vriendelijk ongeduld in de gang stond te wachten tot z’n zusje klaar was met minstens drie dingen die dan altijd nog moesten gebeuren - volgens haar dan. Springend en huppelend voor haar broer uit hoorde ik Nadia’s lach tot de buitendeur zich achter hen sloot.