De conceptualisering van persoonlijkheidsstoornissen in de DSM-IV-TR (APA, 2000) ‘vertegenwoordigt het categoriale gezichtspunt dat persoonlijkheidsstoornissen kwalitatief onderscheiden klinische syndromen zijn’ (p. 689). Niettemin wordt ook erkend dat er ‘een alternatief voor de categoriale benadering bestaat in de vorm van het dimensionale gezichtspunt dat persoonlijkheidsstoornissen maladaptieve varianten van persoonlijkheidskenmerken vertegenwoordigen’ (p. 689). Het doel van dit hoofdstuk is de rationale en de empirische steun voor dit gezichtspunt te presenteren en aan te geven hoe persoonlijkheidsstoornissen geconceptualiseerd kunnen worden als maladaptieve varianten van continu verdeelde persoonlijkheidskenmerken. In paragraaf 9.2 worden de beperkingen van het categoriale systeem besproken. Paragraaf 9.3 is gewijd aan de uiteenlopende dimensionale alternatieven; hier zal ook een integratieve versie worden besproken die hië- rarchisch is opgebouwd uit vier of vijf hogere-ordedomeinen, en per domein een aantal facetten. In paragraaf 9.4 komt de klinische bruikbaarheid van dimensionale modellen aan bod, en in paragraaf 9.5 ten slotte wordt een integratief dimensionaal model gepresenteerd.