Ik vond het gepast om bij mijn afscheid terug te grijpen op Nietzsche, de filosoof die alles onderuit haalde waar ik als theologiestudent ooit zo in geloofde: godsdienst, moraal en wetenschap. Nietzsche’s vrolijke wetenschap ziet geloof en wetenschap als pogingen om zekerheid te bieden waar geen zekerheid is. Zijn vrolijke wetenschap staat kritisch tegenover de drang om alles te ordenen, alles te verklaren, alles te bewijzen. De vrolijke wetenschap erkent het lijden, de kwetsbaarheid, het chaotische en onvoorspelbare. Een beetje Nietzsche kan geen kwaad.