Kinderen wordt gezegd dat zij zich niets moeten aantrekken van lelijke opmerkingen, die zouden immers geen pijn doen. Maar dit advies overtuigt hen niet. Pijn, bijvoorbeeld van een per ongeluk gegeven schop door een tegenstander bij het voetballen, voel je maar even. Een rotopmerking die in de kleedkamer tegen je wordt gemaakt (‘Voetballen kun je écht niet!’), blijft langer nazeuren. Het nare gevoel mag dan misschien geen pijn worden genoemd, maar de gekrenktheid, schaamte, woede of het zelfverwijt geven ten minste zo’n heftige lichamelijke en geestelijke reactie.