Doelstelling:
Een indruk krijgen van de prevalentie en duur van chronische urogenitale klachten en overbelastingsblessures onder mannelijke amateurfietsers in Nederland.
Methode:
Een oriënterend dwarsdoorsnedeonderzoek onder 27 Nederlandse toerfietsverenigingen/verbanden werd uitgevoerd middels een digitale enquête. De enquêteresultaten van 430 mannelijke amateurfietsers konden worden geanalyseerd. Uitkomstmaten waren de prevalentie van perineale furunculose, urethrastricturen en mictiegerelateerde klachten en de prevalentie en duur van genitale pijn of doofheidsklachten en erectiele disfunctie (ED) na fietstochten van drie uur of langer. De invloeden van urogenitale overbelastingsblessures (genitale pijn of doofheid), leeftijd, aantal jaren fietservaring en het aantal gefietste kilometers per jaar op het optreden van een tijdelijke ED werden geanalyseerd middels enkel- en meervoudige logistische regressieanalyse.
Resultaten:
Een vastgestelde urethrastrictuur werd gerapporteerd door 3,7% en perineale furunculose door 14,7% van de mannen. Na fietstochten van drie uur of langer ervoer 15,5% een slappe straal, druppelde 10,3% de novo na en had 7,0% pijn bij het plassen. Peniele doofheidsklachten, perineale doofheidsklachten en pijnklachten ter hoogte van het perineum werden gerapporteerd door respectievelijk 41,9%, 39,8% en 13,8% van de mannen, met een maximale duur van twee uur bij 89,4%, 86,7% en 59,3% van de mannen. 57,8% van de mannen had minimaal één urogenitale overbelastingsblessure. Van een tijdelijke ED was sprake bij 9,3% van de mannen. De aanwezigheid van minstens één urogenitale overbelastingsblessure, leeftijd boven de 50 jaar, het aantal jaren fietservaring en meer dan 5000 gefietste kilometers per seizoen (één jaar) waren geen onafhankelijke risicofactoren voor het optreden van een tijdelijke ED.
Conclusie:
Chronische urogenitale klachten en overbelastingsblessures zijn frequent voorkomende klachten onder mannelijke amateurfietsers in Nederland.
