De term innerlijke criticus staat voor de strenge innerlijke normerende stem waarmee mensen zichzelf blokkeren. In het experiëntiële gedachtegoed wordt deze beschouwd als een processtoring die interfereert met het organismisch belevingsproces van de cliënt. Waar de bestaande experiëntiële literatuur vooral strategieën beschrijft om een dergelijke processtoring op te heffen, wordt in dit artikel een meer omvattend micromodel voorgesteld waarin diverse theoretische en diagnostische inzichten zijn samengebracht. Met dit model werpen we licht op de intrapsychische en interpersoonlijke kenmerken van de problematiek, het repertorium aan faciliterende therapeutinterventies en het verloop of de mogelijke stagnaties in het therapieproces.
Het model wordt vervolgens geïllustreerd met een kortdurende experintiële therapie. Er wordt in kaart gebracht hoe de proceskenmerken van de innerlijke criticus zich bij deze cliënt manifesteren, op welke wijze de therapeut hiermee omgaat en wat het effect is op het proces bij de cliënt. Ten slotte staan we stil bij de beperkingen van ons model en schetsen we enkele lijnen voor verder onderzoek.