De hielprik dient voor onderzoek van pasgeborenen op aandoeningen waarbij een snelle diagnose en behandeling aanzienlijke gezondheidswinst oplevert. De huisarts speelt een rol bij de voorlichting over de hielprik en de interventies bij opgespoorde patiënten. Voorlichting kan gewenst zijn over de achtergrond van de screening en over dragerschap van erfelijke aandoeningen. Als de screening een ziekte lijkt uit te wijzen, neemt de medisch adviseur van de entadministratie contact op met de huisarts met de vraag zo spoedig mogelijk de ouders in te lichten. In de regel is dan nader onderzoek nodig en, als de ziekte inderdaad aanwezig is, een snelle interventie.