Daniel Stern is psychiater en psychoanalyticus, en hij is vooral bekend geworden door zijn onderzoek en publicaties op het gebied van de baby- en kinderontwikkeling en door zijn observaties van baby's en de moeder-kindinteractie (Stern, 1985). De theorieën die hij hieruit heeft ontwikkeld, verbindt hij met de praktijk van psychotherapie en psychoanalyse. Dat doet hij ook in zijn nieuwste boek. Hierin luiden de centrale vragen: Hoe zijn onze dagelijkse subjectieve belevingen opgebouwd? Wat gebeurt er als twee personen elkaar ontmoeten in een gezamenlijke ervaring in het dagelijkse leven en in het bijzonder tijdens een psychotherapeutische sessie? Wat gebeurt er in het ‘nu’?