Roken is niet de enige oorzaak van chronische luchtwegobstructie, zo blijkt uit onderzoek. Toch luidt een van de kernboodschappen van de NHG-Standaard COPD: ‘COPD komt vrijwel uitsluitend voor bij (ex-) rokers’. COPD (chronic obstructive pulmonary disease) staat ook wel bekend als ‘een rookziekte’ en chronische luchtwegobstructie is per definitie een kenmerk van COPD. Dit leidt gemakkelijk tot het idee dat nietrokers geen chronische luchtwegobstructie krijgen. Na vergelijking van gegevens uit 37 onderzoeken over het voorkomen van chronische luchtwegobstructie blijkt dat ongeveer 15% van de rokers en 10% van de ex-rokers in de westerse wereld lijdt aan chronische luchtwegobstructie.1 Maar ook zou iets minder dan 5% van degenen die nooit gerookt hebben, eveneens chronische luchtwegobstructie heeft. Nooit-rokers kunnen dus ook ‘COPD’ ontwikkelen, of liever gezegd: chronische luchtwegobstructie. Wat is in dat geval de oorzaak?