Radiatiepneumonitis kan zich het jaar na de bestraling ontwikkelen met in de acute fase matglasafwijkingen of consolidaties en in de late fase tractiebronchiëctasieën, volumeverlies en littekenvorming. De afwijkingen zijn meestal gelokaliseerd binnen de grenzen van de bestralingsvelden en hebben daarmee een niet-anatomische begrenzing. De radiatiepneumonitis kan gepaard gaan met pleurale effusies en verdikking. Door de huidige complexe drie- en vierdimensionale bestralingstechnieken variëren de velden per patient en is het aan te raden de oorspronkelijke bestralingsvelden naast de recentere CT-scan te leggen om de diagnose bestralingspneumonitis te stellen.