Behandelingen van een centrale luchtwegobstructie vallen uiteen in twee groepen: de behandelingen die een onmiddellijke desobstructie bewerkstelligen en de behandelingen met een laat desobstruerend effect. Tot de eerste groep behoren mechanische en laserdesobstructie en ook stentplaatsing. Tot de laatste groep behoren brachytherapie en bijvoorbeeld externe radiotherapie. Mechanische en laserdesobstructie zijn gecontra-indiceerd bij stenosen door compressie van de luchtwegen van buitenaf met een intact slijmvlies, zoals bij patiënt C. Stents kunnen geplaatst worden zowel bij endobronchiale exofytische tumoren als bij externe compressie van de luchtwegen en zouden in principe bij patiënt A, B, C en D kunnen worden geplaatst. Het probleem bij patiënt B is dat de stenose vlak onder de stembanden begint. Een stent op die plaats zou zeer gaan irriteren en mogelijk aspiratie tot gevolg hebben. Deze patiënte is gepallieerd met een tracheostoma. Het benigne tracheaweb is behandeld met resectie.