Brandwonden worden geclassificeerd in de diepte van de verbranding en uitgebreidheid van de verbranding. Deze classificaties spelen een rol om opname in een brandwondenziekenhuis te indiceren. Na opname moet de patiënt worden gestabiliseerd en volledig belijnd door de anesthesie, voordat de wonden kunnen worden schoongemaakt. Bij diepe verbrandingen waarbij de huid de elasticiteit heeft verloren, kan de huid niet uitzetten onder invloed van oedeem. Vooral bij de thorax, hals en extremiteiten kan dit tot ernstige problemen leiden en daarom wordt dan een escharotomie uitgevoerd, incisies in de huid. Is de verbranding dieper, dan zal een fasciotomie een compartimentsyndroom moeten voorkomen. Na debridement zal de wond direct moeten worden bedekt met bij voorkeur autologe huidtransplantaten om infectie en uitdroging te voorkomen. In het gelaat speelt het cosmetische resultaat een belangrijke rol en bij handen ook de functie. Na de eerste opvang zullen brandwondpatiënten nog veel correcties moeten ondergaan.