Louis Blankenberg was 18 jaar toen hij samen met zijn broer van 16, zusje van 13 en een vriend van 17 op 1 januari 1871 het Genootschap Liefdadigheid naar Vermogen (LNV) oprichtte. Zij wilden het verschil maken: intensief en direct persoonlijk contact, bevorderen van zelfhulp, geen onderscheid naar geloof en maximaal vijf gezinnen per vrijwilliger. Het genootschap hielp met het verstrekken van renteloos voorschot, het saneren van schulden en bemiddeling naar werk. De werkwijze van LNV werd in Amsterdam maar ook landelijk toonaangevend. LNV werd de bakermat van het moderne sociaal werk, maar bevorderde ook de samenwerking binnen de gemeente.