Sociale interacties, de wijze waarop individuen met elkaar omgaan, zijn belangrijk voor mensen. Wie regelmatig sociale contacten heeft, is over het algemeen vaker gelukkiger dan iemand met weinig sociale interacties. Sociale terugtrekking blijkt zelfs een van de eerste symptomen van een groot scala aan hersenziekten, zoals depressie, autisme, schizofrenie en dementie. Het verminderd omgaan met vrienden, familie en collega’s, alsmede stoppen met deelname aan het arbeidsproces zijn bekende voorbeelden van sociale terugtrekking. Deze veranderingen in sociaal gedrag bij hersenziekten hebben grote gevolgen voor de patiënt zelf, zijn familie en vrienden, zijn verzorgers, voor de productiviteit van die persoon op de arbeidsmarkt en voor de gezondheidszorg in het algemeen. Sociale interacties zijn niet uniek voor mensen. Ook apen, orka’s, knaagdieren, vogels, fruitvliegen en vele andere soorten, kennen complexe vormen van sociaal gedrag die veel weg hebben van het gedrag zoals we dat bij mensen zien. Mijn onderzoek is erop gericht de biologische mechanismen die ten grondslag liggen aan sociale interacties en afwijkingen hierin te ontrafelen teneinde nieuwe inzichten te verkrijgen in de ontstaanswijze en behandeling van hersenziekten. Hierover ging mijn oratie bij de aanvaarding van mijn leerstoel ‘Neurobiologie van gedrag’ aan de Rijksuniversiteit Groningen op 24 oktober 2017, waarvan dit artikel een weergave is. Met de titel, ‘Beter samen’, geef ik u mijn visie op sociale gezondheid vanuit een biologisch oogpunt.