De aandacht voor diagnostiek en behandeling van volwassenen met een autismespectrumstoornis (ASS) is de laatste jaren gegroeid. De prevalentie binnen de algemene bevolking wordt geschat op bijna 1%. Het aantal stoornissen in middelengebruik is binnen deze groep vergelijkbaar met die binnen een psychiatrische populatie. Bij het ontbreken van richtlijnen voor geïntegreerde behandeling is op basis van praktijkervaringen en beschikbare interventies een individueel aanbod ontwikkeld van diagnostiek, psycho-educatie, aangepaste leefstijltraining, mindfulness en vaktherapie. Cliënten lijken vooral gebaat bij een grote mate van nieuwsgierigheid bij de hulpverlener naar het specifieke karakter van het autisme bij elke individuele cliënt. Naarmate de cliënt samen met de hulpverlener meer zicht krijgt op de mogelijkheden, beperkingen en klachten die de ASS met zich meebrengt, ontstaat ruimte om te onderzoeken wat de functie van middelengebruik of verslavingsgedrag kan zijn en welke alternatieve gedragingen ontwikkeld kunnen worden. Specifieke aandacht gaat uit naar: betekenisgeving aan terugval in middelengebruik, bevorderen van generalisatie en aanpak van praktische problemen. E-mailcontacten en samenwerking met naastbetrokkenen blijken ondersteunend. ASS vraagt van de hulpverlener bovenal een authentieke en betrouwbare bejegening en ruimte om bij aanpak en tempo van het behandelproces rekening te houden met de autonomiebehoefte van de cliënt.