Opiaatafhankelijke patiënten worden vaak behandeld met methadon. Meestal verloopt dat zonder veel problemen, maar soms is het complex, vooral als andere medicijnen interfereren met de werking van methadon. Voorbeelden zijn anti-epileptic carbamazepine (Tegretol), het antidepressivum fluvoxamine (Fevarin), HIV-remmers, en ook het anti-tuberculose middel rifampicine, dat de werking van methadon vermindert. Bij de afbraak van methadon is het enzym CYP3A4 betrokken. Rifampicine is een enzyminductor, het versterkt de werking van dit enzym, waardoor de werkzaamheid van methadon afneemt en onthoudingsverschijnselen gaan optreden