In de arbeid gaat het erom dat mensen hun handelingen effectief en efficiënt uitvoeren. Handelingen zijn effectief wanneer de beoogde prestatie daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Of zij efficiënt zijn, hangt af van de verhouding tussen het niveau van de prestatie en de inspanningen die nodig zijn om deze prestatie te leveren. In dit hoofdstuk gaat het over psychofysiologische aspecten van zulke inspanningen en over de betekenis daarvan voor het welbevinden en de gezondheid van de werkende mens. Wij beperken ons hier tot mentale inspanning. Lichamelijke inspanning – hoe belangrijk ook in de arbeid – zal voornamelijk onbesproken blijven.