In de plastische chirurgie wordt zuigerij gebruikt en zowel monopolaire als bipolaire diathermie. Bipolaire diathermie wordt gebruikt in de nabijheid van kwetsbare weefsels, zoals in de aangezichts- en handchirurgie. Voor handchirurgie wordt ook veel gebruikgemaakt van het bloedleegteapparaat om geen bloed in het operatiegebied te hebben. Bij fracturen aan de hand wordt de (mini-)C-boog gebruikt. Voor liposuctie bestaan twee soorten technieken: de vacuümtechniek en de ultrasone techniek, de laatste met hoogfrequente geluidsgolven. Voor fijne zenuw- of vaatanastomosen wordt de microscoop gebruikt die zo moet worden ingepakt dat de assistent tegenover de operateur kan zitten. Na vaatanastomosen of transpositie van een lap wordt de circulatie van de lap regelmatig per- en postoperatief gecontroleerd met behulp van een doppler. Om een zo symmetrisch mogelijk resultaat te verkrijgen na een mammareductie wordt het verwijderde weefsel gewogen, vandaar dat een weegschaal dan op de OK moet zijn.