De neus bevindt zich in het midden van het aangezicht, heeft de vorm van een pyramide met de neuspunt als apex. De neus bestaat voor een derde deel uit een been en twee derde deel uit kraakbeen (figuur 9.1). Het benig deel wordt gevormd door de neusbeenderen (os nasale) en de frontale uitsteeksels van de kaakbeenderen (processus frontalis maxillae) lateraal en het benig neustussenschot mediaan. De bovenste helft van het kraakbenig deel is het kraakbenig dorsum en bestaat uit de triangulaire kraakbeenderen en het kraakbenig neustussenschot die anatomisch één kraakbeen vormen. De onderste helft is de lobulus en wordt in de eerste plaats gevormd door de alaire kraakbeenderen. We onderscheiden onder meer de neuspunt, de neusvleugels, de columella en de neusgaten.