In dit artikel wordt de ontwikkeling van en de praktijk met de agressiehanteringstherapie (AHT) voor volwassen forensisch-psychiatrische patiënten met gewelddelicten in hun voorgeschiedenis beschreven. De therapie maakt voor klinische patiënten deel uit van het behandelprogramma ‘Agressief gedrag’, dat naast de AHT de modulen ‘Psychomotore therapie’, ‘Onderwijs’ en ‘Bewegingsagogie’ omvat. Poliklinische patiënten volgen alleen de AHT. Na beschrijving van de therapie worden praktijkervaringen vermeld met zowel klinische als poliklinische groepen. Overwegingen om de therapie te verlengen of te intensiveren worden afgezet tegen praktische mogelijkheden en de wenselijkheid om onderzoek te doen. Er zijn aanwijzingen dat klinische patiënten die relatief hoog scoren op de dimensie ‘psychopathie’ niet zonder meer voor de AHT geïndiceerd moeten worden.