Meestal ontstaan bij ouderen eerst beperkingen in het IADL-functioneren en worden pas daarna de ADL-functies aangetast. De prevalentie en incidentie van beperkingen in ADL/IADL-functioneren verschillen per doelgroep. Achteruitgang in functioneren kan een teken zijn van een naderend levenseinde. Bij beperkingen in functioneren is er vaak meer dan één probleem aanwezig. Het is daarom niet genoeg alleen naar het ADL- en IADL-functioneren te kijken. Diverse verstoringen en ziekten kunnen de mogelijkheid beïnvloeden of aantasten om ADL- en IADL-activiteiten uit te voeren. De restcapaciteit is het compensatiemechanisme dat een oudere bezit om beperkingen op te vangen. Veelgebruikte diagnostische zelfrapportage-instrumenten zijn de ADL-schaal van Katz, de Barthel-index, de IADL-schaal van Lawton en Brody en Groningen Activity Restriction Scale. Bij beperkingen in ADL/IADL-functioneren zijn diverse interventies mogelijk.