In dit hoofdstuk worden de aandoeningen van de nieren en urinewegen besproken, tezamen met de aandoeningen aan de mannelijke genitalia. Het hoofdstuk start met de aangeboren afwijken: aplasie en hypoplasie van de nieren, de verschillende soorten cystenieren, de medullaire sponsnier, hoefijzernier en de aangeboren aandoeningen aan de penis (epi- en hypospadie). Vervolgens wordt in gegaan op de hydronefrose en zo passeren de talloze afwijkingen de revu. Ook wordt uitgebreid stilgestaan bij de diverse vormen van incontinentie. Het laatste deel van het hoofdstuk gaat over de niertransplantatie.