Het TOPOI-gebied Organisatie staat voor de organisatorische context en voor de structurele machtsverhoudingen waarbinnen het gesprek plaatsvindt. Veel misverstanden en conflicten in de communicatie hangen samen met organisatorische factoren en hebben weinig tot niets te maken met culturele verschillen. Vaak worden ze wel in eerste instantie als zodanig benoemd. Een voorbeeld is het zogenaamde ‘shoppen’ dat sommige dienst- en hulpverleners kenmerkend vinden voor migranten. Shoppen is het gedrag van cliënten om van de ene functionaris naar de andere te stappen om zaken gedaan te krijgen. Volgens deze functionarissen komt dit shopgedrag voort uit de etnisch-culturele achtergrond van de cliënten. In ‘hun cultuur’ zouden onderhandelen en vriendjespolitiek heel gewoon zijn. In Indonesië bijvoorbeeld is het ‘tawarren’– het onderhandelen over zaken – de gewoonste zaak van de wereld en kunnen verkopers soms erg teleurgesteld zijn als je het meteen eens bent over de prijs die gevraagd wordt. Je onthoudt de verkoper immers dan een sociaal genoegen. Het komt dus inderdaad voor dat cliënten zich zo gedragen, omdat ze dit onderhandelen en vriendjespolitiek bedrijven in hun herkomstland zo gewend waren vanwege de organisatie van de instellingen aldaar. Behalve dat autochtonen hetzelfde gedrag vertonen (maar dan heet het afdingen, afpingelen, netwerken en gebruikmaken van kruiwagens) is vaak eerder de eigen organisatie van de functionarissen debet aan het gedrag van hun cliënten. In het volgende praktijkvoorbeeld noemde de maatschappelijk werker die de casus inbracht, de Somalische ‘shop’cultuur van de jongen als de belangrijkste verklaring voor het incident dat zich voordeed. Bij nadere beschouwing blijkt vooral de eigen interne organisatie het probleem te zijn.