De diagnostiek van flauwvallen is moeilijk, omdat de arts slechts zelden bij een aanval aanwezig is. Een zorgvuldige (hetero)anamnese is daarom extra belangrijk. Met behulp van de anamnese en lichamelijk onderzoek kan een groep patiënten worden geselecteerd waarbij een ernstige oorzaak erg onwaarschijnlijk is. Vaak spelen verschillende uitlokkende momenten een rol. Het kan zinvol zijn hiernaar verder onderzoek te doen.
Uitgebreid aanvullend onderzoek bij een wegraking van onbekende oorsprong is zelden zinvol. Het levert meestal ook geen diagnose op en wel veel vals-positieve uitslagen. Indien bij ouderen geen duidelijke oorzaak wordt gevonden, kan het wel zinvol zijn te zoeken naar een cardiale oorzaak, aangezien deze duidelijk van invloed is op de prognose.1
Omdat bij de meeste patiënten in de huisartspraktijk geen uitgebreid onderzoek zal worden verricht, is aandacht voor mogelijke alarmsymptomen extra belangrijk.