Roken is het inhaleren van rook via de neus en mond van tabak die verbrand is in de vorm van sigaretten, sigaren of een pijp. Deze gewoonte is in de twintigste eeuw volledig tot ontwikkeling gekomen door de industrialisatie en massaproductie van sigaretten. Voor die tijd werd tabak vooral gesnoven en gekauwd, enwas het roken van sigaren of een pijp weggelegd voor de meer welgestelden. Na 1900 beleefde het roken een opmars in het openbare leven. Het werd gezien als een ontspannende sociale bezigheid, die positief bijdroeg aan de contactopbouw en sfeer en daarnaast een gevoel van status gaf.