In de slaap onderscheiden we perioden van diepe slaap en droomof REM-slaap.
Voorlichting over een normale slaap is zeer belangrijk. Slaapmiddelen worden alleen toegepast als iemand ook overdag last heeft van een tekort aan slaap.
Angst en onrust zijn verschijnselen van angststoornissen waarbij de patiënt klachten heeft die variëren van piekeren tot ernstige lichamelijke verschijnselen, zoals pijn op de borst.
Bij angststoornissen moet in de eerste plaats iets gedaan worden aan de oorzaak. Veelal zal gespreks- of gedragstherapie noodzakelijk zijn.
De meeste slaap- en kalmeringsmiddelen behoren tot de benzodiazepinen of verwante verbindingen.
Het advies bij het gebruik van slaapmiddelen is: alleen ‘zo nodig’ gebruiken en gedurende maximaal twee weken. Bij langdurig gebruik gaat de werking achteruit.
Combinatie van alcoholhoudende drank met een slaap- of kalmeringsmiddel versterkt het effect van beide.
Slaap- en kalmeringsmiddelen kunnen het concentratievermogen verminderen, waardoor onder andere de rijvaardigheid negatief beïnvloed wordt.
Benzodiazepinen hebben weinig bijwerkingen, al kunnen ze vooral bij oudere mensen problemen geve (spierverslapping).
Benzodiazepinen geven gewenning waardoor patiënten meer gebruiken dan voorgeschreven is, zodat ze vaak te vroeg terugkomen voor een herhaalrecept.
Benzodiazepinen kunnen aanleiding geven tot verslaving door emotionele en lichamelijke afhankelijkheid. Beëindiging van de therapie kan daardoor problemen opleveren.