Een 62-jarige rechtshandige man kan tijdens een toespraak plotseling de juiste woorden niet vinden. Na ongeveer vijf minuten spreekt hij weer normaal en intussen heeft hij ook alles wat tegen hem gezegd werd goed kunnen begrijpen. Een dergelijke taalstoornis heeft hij nooit eerder gehad; wel heeft hij de afgelopen weken twee keer kortdurende blindheid aan één oog gehad gedurende successievelijk vijf en vijftien minuten, hetgeen spontaan is overgegaan. Sinds twee jaar wordt hij met orale antistollingstherapie behandeld na vervanging van de mitralisklep.