12 Resultaten na behandeling met BCG gevolgd door een tweede TURB van hooggradig Ta-T1-blaascarcinoom in het Atrium Medisch Centrum te Heerlen

De landelijke richtlijn blaascarcinoom (2009) geeft aan dat na de initiële transurethrale resectie van de blaas (TURB) een tweede TURB moet worden overwogen bij hooggradig Ta-T1-blaascarcinoom om een eventuele resttumor alsnog te verwijderen en onderstadiëring uit te sluiten. Er is geen consensus, maar meestal wordt de tweede TURB 2-6 weken na de initiële resectie verricht. In de groep met hooggradig Ta-T1-blaascarcinoom is relatief vaak (26- 83%) sprake van een recidieftumor/resttumor bij een tweede TURB. In 10-28% van de gevallen blijkt bij de tweede resectie sprake van spierinvasieve ziekte. De kans op progressie binnen 5 jaar van hoogrisico Ta-T1-tumoren is 35-55% en in combinatie met CIS 42-83%. Wanneer er sprake is van een hooggradige Ta-T1-blaastumor wordt geadviseerd aanvullend te behandelen met 6 wekelijkse BCG-instillaties. Bij een goede respons worden deze BCG-spoelingen in een onderhoudsschema gedurende > 1 jaar gecontinueerd. Doel van deze studie is het evalueren en vergelijken van het effect van deze strategie met de resultaten uit de literatuur. …