Mensen die te veel zorg nodig hebben om zelfstandig of met wat hulp thuis te wonen, komen in aanmerking voor verblijf in een verzorgingshuis (met beperkte zorg) of een verpleeghuis (met verzorging en verpleging). Mensen in het verpleeghuis hebben niet meer hun eigen huisarts, tandarts of apotheek, maar in een verzorgingshuis kan dat anders zijn geregeld. De mondzorg in het verpleeghuis en verzorgingshuis is lang niet altijd ideaal en ook de farmaceutische zorg in verzorgingshuizen is niet overal goed geregeld.
Grote instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en instellingen voor verstandelijk gehandicapten hebben meestal een eigen medische dienst en een eigen apotheek voor hun bewoners. De meeste mensen met een psychiatrische stoornis of een verstandelijke beperking wonen zelfstandig of begeleid en gaan naar een tandarts in de eerste lijn.